Rijbewijs B Theorie NL

1. Weggebruikers

1.1 Verdeling van weggebruikers

Schema van verschillende weggebruikers

1.2 Kenmerken van overige weggebruikers

1.2.1 Voetgangers

  • Voetgangers hebben de neiging zich niet aan de regels te houden.
    • Let vooral goed in de buurt van woonwijken en scholen op kinderen.
  • Ouderen hebben vaak een verminderd waarnemings-/reactie vermogen.
    • Dit kan leiden tot onverwachte acties.
  • Blinden kun je herkennen aan hun blindenstok.

1.2.2 Fietsers, bromfietsers, snorfietsers

  • Fietsers gedragen zich onvoorspelbaar in het verkeer.
    • Onoplettend bij verkeerslichten.
    • Relatief vaak betrokken bij ongevallen
  • Idee dat zich niets kan overkomen.
    • Laat je niet verassen.
    • Hou voldoende tussenruimte bij het inhalen.

1.2.3 Motorrijders

  • Plezierrijders
    • Gedraagt zich normaal in het verkeer
  • "Race-"rijders
    • Moeilijk op te anticiperen
    • Halen rechts in
    • Rijden met snelheden (ver) boven de toegestane snelheden.

1.2.4 Ruiters en geleiders rij-, trekdieren en vee

  • Zorg voor voldoende tussenruimte
  • Reacties van dieren zijn moeilijk in te schatten

1.2.5 Weggebruikers en ongevallen

  • 90% van de ongevallen wordt veroorzaakt door de mens

1.2.6 Signalen van andere weggebruikers

  • Knipperende alarmlichten worden gebruikt bij:
    • File of zeer langzaam rijdend verkeer.
    • Een voertuig wordt weggesleept.
    • Een voertuig staat stil met pech.

1.2.7 Politie met zwaailicht

  • Waarschuwt voor een file, of stilstaande voertuigen als gevolg van een ongeval of geblokkeerde rijstrook.

1.2.8 Ongeval

  • Bij een ongeval rekening houden met bestuurders die plotseling remmen uit nieuwsgierigheid .
  • Voetgangers betrokken bij het ongeluk kunnen lopen op de rijbaan.
  • Laat je niet afleiden door een ongeval.