Rijbewijs B Theorie NL

11. Bepalingen

11.1 Trekkend voertuig en Aanhangwagen

  • Auto
    • 4 Wielig motorvoertuig met massa max. 3500kg + max 8 passagiers + bestuurder
  • Aanhangwagen/oplegger
    • Uit het kentekenbewijs moet blijken dat de auto deze lading mag trekken.
    • Max. 750kg van alleen de aanhangwagen (incl. lading en leeggewicht) OF
    • Max. 3500kg van de totale combinatie (auto incl lading + leeggewicht).
      • EN de totale massa van de aanhangwagen mag niet groter zijn dan de leeggewicht van het voertuig.

11.2 Kentekens

  • Witte kentekenplaten
    • Alleen voor fietsendragers, aanhangwagens en caravans met < 751kg max toegestane massa.
    • De plaat heeft geen EU-symbool en NL-teken.
  • Gele kentekenplaten
    • De plaat bevat het EU-symbool en NL-teken.
    • Max. 2 kentekenplaten per voertuig.
    • Voor aanhangwagens met > 750kg max toegestane massa.
    • Moeten volledig zichtbaar zijn.

11.3 Losbreekreminrichting

  • Rem in de aanhangwagen wordt automatisch geactiveerd wanneer de verbinding tussen aanhangwagen en trekkend voertuig is verbroken.
    • Hulpkoppeling mag niet worden gebruikt wanneer de aanhangwagen voorzien is van een losbreekreminrichting.
  • Verplicht voor meerassige aanhangwagens met max 750kg toegestane massa.
  • Verplicht voor middenas aanhangwagens met > 1500kg massa.
    • <1500kg massa, hulpkoppeling is voldoende wanneer deze de reminrichting niet hindert.

11.4 Lading

  • Een personenauto (en zijn aanhangwagen) mag max. 2.55m breed zijn (op onverharde wegen max. 2.20m).
  • Wanneer lading > 20cm aan de zijkant van een auto of aanhangwagen uitsteekt moet de lading worden gemarkeert.
  • De lading mag nooit aan de voorzijde van het voertuig uitsteken.
  • De lading mag nooit meer dan 1 meter uitsteken.
  • De auto mag nooit meer dan 4 meter hoog zijn.

  • Maximale lengte

    • Personenauto = 12m
    • Aanhangwagen zonder uitstekende lading = 12m
    • Middenas aanhangwagen met totale maximum massa van 750kg = 8m
    • Auto met aanhanger = 18m
  • Uitzondering: Ondeelbare lading en brede ondeelbare lading

    • Voorzijde max 1m uitsteken
    • Achterzijde max 5m uitsteken, gerekend vanaf achterste as.
    • Max. 3m breed.

11.5 APK

  • Algemene Periodieke Keuring
    • In Europa wettelijk verplichte keuring ter bevordering van de verkeersveiligheid en bescherming van het millieu.
  • Frequentie keuring: (om de hoeveel jaar)
    • Benzine: 4-2-2-1-1
    • Diesel: 3-1-1
    • LPG: 3-1-1
    • Oldtimers: x
    • 30j oud: 2-2-2

    • Zware bedrijfsauto`s/aanhangwagens en speciale voertuigen: 1-1-1
  • RDW stuurt autobezitters herrinering voor de APK.
  • Zelf verantwoordelijk voor de uitvoering van de APK.

11.6 ABS

  • Anti Blokkeer Systeem (Allows Breaking and Stearing
    • Voorkomt dat de wielen van een auto blokkeren wanneer er geremd wordt.
    • Blokkeren kan voorkomen bij krachtig remmen of remmen op een glad wegdek.
  • Zorgt ervoor dat:
    • De auto stabiel blijft
    • De wielen niet blokkeren (rollende band heeft meer weerstand)
    • Je kunt blijven sturen/uitwijken wanneer je remt
    • Situaties met een losse ondergrond of glad wegdek goed te berijden is.
    • Verkort remweg in veel situaties

11.7 Onder de motorkap

  • Olie controleren (en zonodig bijvullen)
  • Remvloeistof controleren
  • Koelvloeistof controleren
    • (alleen als de motor koud is!)
    • Werktempratuur 90 C
  • Ruitensproeiervloeistof controleren (en zonodig bijvullen)
    • Nooit alleen water gebruiken! Dit kan bevriezen in de leidingen.
  • Accu controleren
  • Ook: Banden verwisselen

11.8 Autogordels

  • De bestuurder en passagiers moeten altijd gebruikmaken van autogordels.
    • Er mogen niet meer passagiers worder vervoerd dan er gordels zijn.
    • 1 persoon per gordel.
  • Hoe moet de gordel zitten:

    • Over de bekken, borstbeen, ribben en sleutelbeen. Niet over buik of arm.
    • Niet gedraaid.
    • Zo strak mogelijk.
  • Kinderen

    • 1.35m = Moeten een autogordel gebruiken.

    • < 1.35m = Moeten een autostoeltje, babystoeltje, kinderautostoeltje of zittingverhoger gebruiken
      • Autostoeltje
        • Mag voorin, airbag moet zijn uitgeschakeld wanneer het stoeltje in de rijrichting is geplaatst.
      • Babystoeltje
        • Mag voorin, airbag moet zijn uitgeschakeld wanneer het stoeltje in de rijrichting is geplaatst.
        • Wordt vastgezet met de driepuntsgordel van de auto.
      • Kinderautostoel
        • Voor kinderen die al zelfstandig kunnen zitten.
        • Wordt vastgezet met de vijfpuntsgordel van het autostoeltje.
        • Wordt met de rijrichting mee geplaatst.
      • Zittingverhoger
        • Voor kinderen < 36kg
        • Kind wordt vastgemaakt met de autogordel.
    • Verplicht om de autogordels en kinderzitjes te gebruiken zoals voorgeschreven door de fabrikant.
  • Bijzondeheden

    • Te weinig plaats
      • ALs er al 2 kinderzitjes in gebruik zijn, is er vaak geen plaats meer voor een 3e.
      • Kinderen > 3 jaar mogen op de overgebleven plaats gebruik maken van de gordel.
    • Geen gordels achterin
      • Kinderen < 3 jaar mogen dan niet worden vervoerd op de achterbank.
      • Kinderen > 3 jaar en Volwassenen mogen wel gewoon los op de achterbank.
    • Geen gordels voor en achterin
      • Kinderen < 3 jaar mogen niet worden meegenomen
      • Kinderen > 3 jaar en Volwassenen mogen niet voorin als ze < 1.35m
    • Vervoer van niet eigen kinderen
      • Kinderen > 3 jaar mogen achterin worden vervoerd in de gordel.
    • Passagiers vervoeren op echte zitplaats
      • Je mag passagiers alleen vervoeren op een echte zitplaats gemaakt voor het gebruik door volwassenen.
      • Passagiers mogen niet op een bankje zitten in een carvan/camper.

11.9 Waarschuwingslapmpjes

  • Rode lampjes: zsm stoppen met rijden
  • Geel etc. lampjes: Doorrijden mogelijk, controleer na afloop en bel je garage.

  • Controleer de lapjes door de contactsleutel te draaien naar stand 1.

Afbeelding Naam Beschrijving Actie
Oliepeil is te laag Het oliepijl in de motor is te laag. Zet de auto zsm aan de kant. Vul bij of/en bel ANWB
Tempratuur is te hoog De tempratuur van de motor loopt up. Kans dat vloeistof gaat koken. Zet auto zsm aan de kant en bel ANWB.
Accu wordt niet meer bijgeladen De dynamo laadt de accu niet meer op. Zet de auto zsm aan de kant. Zet niet-noodzakelijke verbruikers uit en bel ANWB
Storing Airbags De airbags hebben een storing Zet de auto zsm aan de kant en bel ANWB.
Handrem staat aan De auto staat nog op de handrem. Haal de auto van de handrem.
Veiligheidsgordel niet om Iemand heeft zijn gordel niet om. Zorg ervoor dat deze persoon direct de gordel omdoet.
Een portier is open Een van de portieren is (nog) niet (goed) dicht. Controleer alle portieren sluit ze goed waar nodig.
Brandstof bijna op Brandstof is bijna op. Tank optijd bij.
Storing motormanagement SToring in het motormanagement, hoge snelheden zijn niet meer te bereiken Bel Garage/ANWB
Storing ABS Het ABS heeft een storing, er kan nog wel geremt worden. Bel Garage/ANWB
Airbag uitgeschakeld Een van de airbag is uitgeschakeld x
Mistachterlicht is aan x x
Cruisecontrol is aan x x
Dimlicht is aan x x
Mistlicht voor is aan x x
Richtingaanwijzer is aan Gaan automatisch uit na een zijdelingse verplaatsing x
Grootlicht is aan Kans op verblinding van andere weggebruikers is groot. x

11.10 Rijvaardigheidsbeïnvloedende middelen

  • Ademalcoholgehalte max 220mg/l uitgeademde lucht
  • Bloedalcoholgehalte max 0.5ml/ml bloed
  • 2 standaardglazen bier/wijn/jenever etc. is al maximum.
  • Effecten alcohol en drugs:

    • Verliezen van het gevoel voor evenwicht/duizelig
    • Kunt je armen en benen niet goed sturen
    • Waarneming verminderd. zgn tunnelvisie
    • Reactievermogen verminderd
    • Je gaat jezelf overschatten en roekeloos rijden.
  • 0.2 promille beginnerrijbewijs (< 5jaar)

  • 0.5 promille normaal rijbewijs
  • Kans op rijverbod of intrekken rijbewijs
  • Verplicht mee te werken aan blaastest.
    • Hoeft niet wanneer op medische gronden niet mogelijk om te blazen.

11.11 Medicijnen en vermoeidheid

  • (Vrij verkoopbare) Medicijnen kunnen een nadelige invloed hebben op de rijvaardigheid
  • Vermoeidheid neemt waarnemingsvermogen/reactievermogen af. 15% van de ongelukken is het gevolg van vermoeidheid.

11.12 Zithouding

  • Autostoel
    • Benen zijn lichtgebogen en kunnen de pedalen bedienen.
    • Polsen kunnen op de bovenkant van het stuur rusten.
    • Handen op 10voor2 of kwartvoor3 stand
    • Armen gebogen, handen buitenkant stuurwiel, duimen op het stuur
    • Bovenkant hoofdsteun gelijk met bovenkant van het hoofd
  • Spiegels
    • Binnenspiegel: hele achterruit kunnen zien
    • Buitenspiegels: Zo veel mogelijk van de weg links en rechts achter de auto.
  • Goed uitzicht door:
    • Een goede zithouding.
    • Goed afgestelde spiegels.
    • Schone ruiten en spiegels.
    • Goede verlichting.
    • Bagage die het uitzicht kan belemmeren te verplaatsen.
    • Versiersels op de ruiten weg te laten.
    • Een juiste plaatsing van medepassagiers.

11.13 Rijbewijs

  • Bestuurder van een motorrijtuig moet in bezit zijn van een geldig rijbewijs van de categorie waarin het voertuig valt.

    • B = Personenauto
    • A = Motorfiets
    • AM = Bromfiets
  • Als je wordt aangehouden moet je het volgende laten zien:

    • Orgineel Rijbewijs
    • Orgineel Kentekenbewijs 1A
    • Origneel Kentekenbewijs 1B
  • Een rijbewijs is 10 jaar geldig.

    • Ouder dan 65j = rijbewijs 5 jaar geldig.
    • Na het behalen van het rijbewijs heb je voor 5 jaar een beginnerrijbewijs.
  • Rijbewijs moet worden ingeleverd bij het behalen van 2 strafpunten

    • Strafpunten kunnen worden behaald bij het maken van ernstige verkeersfouten:
      • Het algemene veiligheidsartikel.
      • Dood of zwaar lichamelijk letsel door schuld.
      • Onvoldoende afstand houden (bumperkleven bij snelheid > 80 km/u).
      • Overtreden van artikelen die betrekking hebben op te hard rijden.
      • Rijden onder invloed.
        • Alcoholpercentage van maximaal 0.2
      • Overtreding waarbij letel of schade is ontstaan.
  • Wanneer je rijbewijs is gestolen of kwijt, aangifte doen en een nieuw rijbewijs aanvragen op het gemeentehuis.

  • Theoriecertificaat is nodig voordat het praktijkexamen mag worden gedaan.

    • Certificaat is 1,5jaar geldig
    • Bestaat uit 65 vragen : 30 verkeersregels, 10 verkeersinzicht, 25 gevaarherkening

11.14 Kentekenbewijs

  • Deel 1a: Voertuigenbewijs
    • Technische gegevens voertuig (kenteken, mek, type, chassis, massa)
    • Geldig de hele levensduur van de auto.
  • Deel 1b: Tenaamstellingsbewijs
    • Gegevens eigenaar (naam, adres, woonplaats, geboortedatum)
    • Geldig vanaf aankoop auto tot verkoop auto.
  • Deel 2: Overschrijvingsbewijs

    • Eigendomsbewijs
    • Nodig bij verkoop van de auto om het kenteken over te laten schrijven
  • Verplicht om goed leesbare kentekens te hebben.

    • Valse kentekens zijn niet toegestaan
  • De eigenaar van een auto is verplicht motorrijtuigenbelasting te betalen.

11.15 Verzekering

  • Je bent verplicht minimaal verzekerd te zijn tegeen wettelijke aansprakelijkheid (WA-verzekering)
    • Vergoed de schade bij andereren, wanneer jij die schade hebt toegebracht.
    • Schade aan je eigen auto is niet vergoed.

11.16 Eisen aan het voertuig

  • Eisen met betrekking tot waarneming en zicht:

    • Linker buitenspiegel en binnenspiegel
    • Rechter buitenspiegel (verplicht wanneer weinig zicht door achterruit of door aanhanger)
    • Ruitensproeier en ruitenwissers
    • Claxon (hoorn, toeter) met eentonig signaal
    • Alarmlichten (of gevarendriehoek)
  • Overig:

    • Deugdelijke stuurinrichting
    • Drie deugdelijke remmen
    • Goed werkende vering
    • Goede banden
    • Gasdichte uitlaat (die geen onnodig lawaai maakt)
    • Achteruitrijdversnelling
    • Verlichte snelheidsmeter en kilometerteller
    • Kentekenplaten voor en achter
    • Autogordels voor en achter
  • Dimenties van de auto:

    • Max 255cm breed
    • Max 12m lang
    • Max 4m hoog

11.17 Lengte van een vrachtauto

  • Aanhangwagens en opleggers hebben 2 driehoekige rode reflectoren
  • Lengte:
    • Vrachtauto: 12m
    • Trekker met oplegger: 16.5m
    • Vrachtauto met aanhangwagen: 18.75m
  • Vrachtauto`s, aanhangwagens en opleggers die > 3500kg massa hebben moeten voorzien zijn van een special markering
    • Markering op de achterkant van een vrachtauto:
    • Markering op de achterkant van aanhangwagens en opleggers:

11.18 Dode Hoek

  • Hangt af van de lengte van de neus van de vrachtauto/bus
  • Links nog wel redelijk goed zicht, rechts minder.

11.19 Vervoer van gevaarlijke stoffen

  • Gevaarlijke stoggen kunnen schade veroorzaken aan: Mensen, dieren, materialen, planten
  • Gevarenklassen:
    • Groep 1: Ontplofbare stoffen/voorwerpen
      • Gevaar voor massa-explosie
      • Gevaar voor scherfwerking, geen gevaar voor massa-explosie
      • Gevaar voor brand, maar weinig gevaar voor scherfwerking en drukwerking
      • Gering gevaar voor ontploffing
      • Zeer ongevoelige stoffen en voorwerpen, wel gevaar voor massa-explosie
      • Uiterst ongevoelige stoffen en voorwerpen, zeer gering ontploffingsgevaar
    • Groep 2: Gassen
      • Brandbare gassen
      • Verstikkende gassen
      • Giftige gassen
      • Oxiderende gassen
      • Corrosieve gassen
    • Groep 3: Brandbare vloeistoffen
      • Brandbare vloeistoffen met een kookpunt tot 35 °C, die tevens sterk bijtend of zeer giftig zijn
      • Brandbare vloeistoffen met een vlampunt lager dan 23 °C en een kookpunt boven 35 °C
      • Vloeistoffen met een vlampunt tussen 23 °C en 60 °C en een kookpunt boven 35 °C
        • Ook gasolie, dieselolie en lichte stookolie vanwege hun overeenkomstige eigenschappen
    • Groep 4
      • Brandbare vaste stoffen
      • Voor zelfontbranding vatbare stoffen
      • Stoffen die in contact met water brandbare gassen ontwikkelen
    • Groep 5
      • Oxiderende stoffen
      • Organische peroxiden
    • Groep 6
      • Gifitige stoffen
      • Infectueuze stoffen
    • Groep 7
      • Radioactive stoffen
    • Groep 8: Corrosieve stoffen
      • Zuren
      • Basen
      • Diverse gevaarlijke stoffen en voorwerpen
  • Onderstaand bord geeft aan wat voor gevaar er is bij het vervoeren van de stof
    • Het bovenste eerste getal geeft aan dat het gaat om een brandbare vloeistof
  • Herkenningstekens
  • Bord C22: gesloten voor voertuigen met bepaalde gevaarlijke stoffen

11.20 Veiligheidshamer

  • Bij voorkeur: tussen de voorstoelen op de middenconsole. Of 2 hamers, voorin en achterin.
  • Je kunt het zijglas kappot slaan, en met de het ingebouwde autogordelmes de autogordel doorsnijden.

11.21 Auto te water

  • Stap 1: Verlichting en auto aan laten(beter vindbaar voor omstanders en hulpverlening)
  • Stap 2: Gordels onmiddelijk los (evt door de autogordelmes)
  • Stap 3: Wanneer je de deur niet kunt openen, open het zijraam (sla het glas in een bovenhoek in en duw dan het glas eruit)
  • Stap 4: Verlaat de auto met je gezicht naar het dak gericht.